Het dilemma tussen LNG-productie en milieubescherming: de aanpak van de VS en Japan

De wereldwijde LNG (vloeibaar aardgas) markt maakt momenteel grote veranderingen door als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne en de energiecrisis in Europa. De Verenigde Staten zijn in 2023 uitgegroeid tot de grootste LNG-exporteur ter wereld, goed voor 21% van de totale wereldwijde LNG-export. Met name de export van LNG naar Europa, die 67% bereikte als gevolg van de afname van de gasleveranties uit Rusland, heeft de Amerikaanse LNG-industrie een ongekende bloeiperiode bezorgd.

De Amerikaanse regering verwacht dat de LNG-export tegen 2030 zal verdubbelen. Maar de regering-Biden heeft de export van LNG naar landen zonder vrijhandelsakkoord (FTA) tijdelijk stopgezet, onder het mom van het evalueren van de energiezekerheid en de impact op het milieu. Dit beleid wordt gesteund door milieuorganisaties die pleiten voor een afschaffing van fossiele brandstoffen, maar het wordt ook bekritiseerd omdat het de inspanningen van Europa om minder afhankelijk te worden van Russische energie zou kunnen schaden.

Het Amerikaanse LNG-beleid probeert dus twee vliegen in één klap te slaan: energiezekerheid en milieubescherming. Vooral omdat wordt verwacht dat Biden en Trump in de volgende presidentsverkiezingen een confrontatie zullen aangaan over het LNG-beleid, kan het Amerikaanse energiebeleid een ommekeer van 180 graden ondergaan.

Japan is een van de grootste LNG-importeurs ter wereld en koestert grote verwachtingen van Amerikaans LNG. De Japanse overheid en bedrijven verwachten dat de toename van de Amerikaanse LNG-export niet alleen de energiezekerheid zal verbeteren, maar ook de economie zal stimuleren. Er zijn echter zorgen over de mogelijke impact van veranderingen in het LNG-beleid als Trump weer aan de macht komt. Naar verluidt bereiden Japanse bedrijven zich voor op verschillende scenario's na de presidentsverkiezingen.

De recente energiecrisis in Europa en de sancties tegen Rusland hebben geleid tot een sterke toename van de vraag naar aardgas, waardoor een uitbreiding van de LNG-productie onvermijdelijk is geworden. LNG is milieuvriendelijker dan steenkool, maar de productie en het transport ervan genereren aanzienlijke hoeveelheden broeikasgassen. Daarom verzetten milieuorganisaties zich tegen de ontwikkeling van LNG. De industrie en overheden daarentegen zien LNG als een overgangsfossiele brandstof en willen de productie uitbreiden.

De discussie rond LNG is dus erg gepolariseerd. Het is niet eenvoudig om tegelijkertijd te voldoen aan de twee doelen van een veilige energievoorziening en milieubescherming. Overheden en bedrijven zullen daarom hun inspanningen moeten intensiveren om de uitstoot van broeikasgassen tijdens de ontwikkeling, productie en het transport van LNG te verminderen. Op de lange termijn is het ook belangrijk om een omschakeling naar hernieuwbare energiebronnen te bevorderen.