Boeing's nieuwe ruimteschip 'Starliner' slaagt in eerste bemande vlucht... op weg naar ISS

Het Amerikaanse ruimtevaartbedrijf Boeing heeft op 5 juni in de middag (Nederlandse tijd) met succes zijn nieuwe ruimteschip 'Starliner' gelanceerd vanaf Cape Canaveral Space Force Station in Florida. De Starliner is na de lancering succesvol gescheiden van de raket en is nu op weg naar het Internationaal Ruimtestation (ISS). De verwachting is dat de Starliner op 7 juni (Nederlandse tijd) aan het ISS zal aanmeren.

Deze lancering markeert de eerste bemande vlucht van de Starliner, met twee NASA-astronauten aan boord. De Starliner is ontwikkeld in het kader van het 'Commercial Crew Program' van NASA, een overeenkomst met NASA om astronauten naar het ISS te vervoeren. De Starliner heeft al eerder, in 2019 en 2022, succesvolle onbemande testvluchten naar het ISS uitgevoerd, maar de bemande vlucht werd verschillende keren uitgesteld vanwege technische problemen.

Deze vlucht is een belangrijke test om de technische betrouwbaarheid van de Starliner aan te tonen. De Starliner zal naar verwachting worden ingezet als een betrouwbaar transportmiddel voor astronauten tussen het ISS en de aarde, en er wordt verwacht dat het in de toekomst ook een belangrijke rol zal spelen in de commerciële ruimtevaart.

De ontwikkeling van de Starliner verliep echter niet zonder problemen. In 2019 mislukte de koppeling aan het ISS door een softwarefout, en in 2022 werden de lancering vlak voor de start uitgesteld vanwege problemen met de raket. Daarnaast zou Boeing door vertragingen en technische problemen tijdens de ontwikkeling van de Starliner in totaal 1,4 miljard dollar (ongeveer 2.200 miljard yen) verlies hebben geleden.

Het succes van deze bemande vlucht is van groot belang voor Boeing. Boeing wil dit succes als springplank gebruiken om een nog belangrijkere rol te spelen in de ruimtevaartsector en zich te positioneren als een toonaangevend bedrijf in het ruimtevaarttijdperk.