
Dit is een door AI vertaalde post.
De lage voedselzekerheid in Japan en oplossingen
- Taal van de tekst: Koreaans
- •
-
Referentieland: Japan
- •
- Economie
Selecteer taal
Elk jaar, wanneer Japan de cijfers van het voedselzelfvoorzieningspercentage publiceert, klinken er zorgen en kritiek over de matige resultaten. In 2021 bedroeg het totale voedselzelfvoorzieningspercentage 38% op basis van calorieën en 63% op basis van productiewaarde, wat aanzienlijk lager is dan in andere belangrijke ontwikkelde landen. Een laag voedselzelfvoorzieningspercentage betekent een sterke afhankelijkheid van import, waardoor het land kwetsbaar is voor voedselcrises.
De belangrijkste oorzaken van het lage voedselzelfvoorzieningspercentage in Japan zijn de snelle veranderingen in eetgewoonten, de afname van het aantal mensen dat in de landbouw werkt en de verwaarlozing van landbouwgrond. Na de oorlog leidde de snelle industrialisatie en westerse invloeden tot een afname van de consumptie van rijst, de traditionele hoofdmaaltijd, terwijl de vraag naar vlees en brood sterk toenam. De productie van veevoeder is echter grotendeels afhankelijk van import, wat heeft geleid tot een laag zelfvoorzieningspercentage in de veeteeltsector. Ook de vergrijzing en de daaruit voortvloeiende afname van de plattelandsbevolking en de verwaarlozing van landbouwgrond worden gezien als belangrijke oorzaken van de daling van het zelfvoorzieningspercentage.
Om deze situatie te verbeteren, spannen de overheid en boeren zich in op verschillende manieren. Ten eerste wordt er gezocht naar manieren om de productiviteit en efficiëntie te verhogen door gebruik te maken van slimme landbouwtechnologie. Door middel van IoT-sensoren, drones en kunstmatige intelligentie (AI) willen ze het tekort aan arbeidskrachten oplossen en de opbrengst per hectare verhogen. Ten tweede stimuleren ze het gebruik van inheemse landbouwproducten en diversificeren ze de binnenlandse productie. De overheid promoot het gebruik van producten gemaakt van Japans meel en rijst en biedt subsidies om de binnenlandse productie te stimuleren. Ten derde proberen ze de verspilling van voedsel te verminderen om een efficiënter gebruik van voedsel te bereiken. Elk jaar gaat er een enorme hoeveelheid voedsel verloren, en door dit te verminderen kan er aanzienlijk veel voedsel worden bespaard. Tot slot stimuleren ze het plattelandstoerisme, boerderijverblijven en dergelijke om de aantrekkingskracht van landbouw en platteland te vergroten en het inkomen van boeren te verhogen.
Daarnaast worden er inspanningen geleverd om de export van Japanse landbouwproducten te vergroten door toegang te krijgen tot buitenlandse markten. Het is echter belangrijk om een evenwicht te vinden, omdat het nastreven van een hoger voedselzelfvoorzieningspercentage ten koste kan gaan van de voordelen van internationale arbeidsverdeling en handel. Uiteindelijk is het essentieel om een duurzaam voedselproductiesysteem te ontwikkelen dat is aangepast aan de Japanse omstandigheden, om de nationale voedselveiligheid te waarborgen.